Blog Layout

Geen uitzendkrachten maar zzp’ers bij Temper

July 16, 2024

Werkers die werkzaam zijn via Temper zijn geen uitzendkrachten, maar zzp’ers. Dit oordeelde de Rechtbank Amsterdam in een zaak die vakbonden FNV en CNV hadden aangespannen tegen Temper. In dit artikel bespreken we de redenen achter deze beslissing. 

 

Achtergrond 
Via Temper kunnen werkers klussen aannemen voor een opdrachtgever. Temper stelt zich op het standpunt dat ze een bemiddelende rol vervult aangezien de werkzaamheden plaatsvinden op basis van een opdrachtovereenkomst tussen de opdrachtgever en de werker. De vakbonden stellen zich op het standpunt dat dit een schijnconstructie betreft en dat er eigenlijk sprake is van een uitzendovereenkomst tussen de werkers en Temper. In het geval dit niet zou slagen, beroepen ze zich erop dat er een ‘gewone’ arbeidsovereenkomst bestaat tussen de werkers en de opdrachtgever. 

 

Uitspraak 
De rechter oordeelt dat de overeenkomsten die de werkers op het platform met de opdrachtgever sluiten geen uitzendovereenkomsten met Temper zijn. Er wordt niet voldaan aan drie essentiële elementen van de uitzendovereenkomst: 

  • Formeel werkgeverschap; 
  • Loonbetaling door de uitzendwerkgever; 
  • Het persoonlijk verrichten van arbeid. 

 

Formeel werkgeverschap 
De rechter oordeelt dat er geen sprake is van formeel werkgeverschap van Temper, onder meer omdat de werkzaamheden en de werktijden helemaal worden bepaald door de opdrachtgever. Dat Temper gebruikersovereenkomsten aanbiedt, is geen concrete omstandigheid die wijst op formeel werkgeversgezag van Temper over de werkers. 

 

Loonbetaling door de uitzendwerkgever 
Daarnaast betaalt Temper zelf niets aan de werkers. De werkers factureren aan de opdrachtgevers, wat niet wijst op een uitzendovereenkomst. Ook de vaststelling van de hoogte van de beloning gaat buiten Temper om. Dat opdrachtgevers een vast tarief per gewerkt uur betalen aan Temper, is geen onderscheiden criterium. Volgens de rechter is dan ook in het geheel geen sprake van dit element. 

 

Het persoonlijk verrichten van arbeid 
De korte duur van de klussen past zowel bij een uitzendovereenkomst als bij een opdrachtovereenkomst en is dus niet onderscheidend. Er is nauwelijks of geen sprake van een verplichting tot het persoonlijk verrichten van arbeid, de werkers zijn namelijk niet verplicht de klus zelf uit te voeren. Dit is een contra-indicatie voor het aannemen van een arbeidsovereenkomst of uitzendovereenkomst. 

 

Vervolg 

FNV en CNV hebben aangegeven in hoger beroep te gaan. De uitspraak in hoger beroep wordt niet eerder dan in 2025 verwacht.  


Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op via onderstaande knop

Contact
March 18, 2025
Bevrijdingsdag valt dit jaar op maandag. In meerdere cao’s is Bevrijdingsdag in lustrumjaren aangewezen als een feestdag. In dit artikel informeren we je over de gevolgen daarvan. Officieel erkende feestdag Bevrijdingsdag is een officieel erkende feestdag. Dit betekent echter niet automatisch dat werknemers recht hebben op een vrije dag. Hoewel het kabinet dit heeft voorgesteld, moeten werkgevers uiteindelijk hierover beslissen. In verschillende cao’s zijn er al afspraken gemaakt over het vrijaf geven van werknemers met behoud van loon. Vrijaf en recht op loon Werknemers hebben recht op een vrije dag op Bevrijdingsdag als dit is vastgelegd in de toepasselijke cao of individuele arbeidsovereenkomst. Het recht op loon tijdens deze vrije dag wordt bepaald door de inhoud van de cao of arbeidsovereenkomst. Dit geldt ook voor werknemers die op Bevrijdingsdag toch werken. Geen afspraken Als er in de cao of arbeidsovereenkomst geen afspraken zijn vastgelegd over vrijaf op Bevrijdingsdag, hebben werknemers hier geen recht op. Werknemers die toch vrij willen zijn, kunnen een verlofaanvraag indienen. Deze aanvraag moet worden behandeld volgens de regels voor het opnemen van vakantiedagen. Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .
March 18, 2025
Op 21 februari 2025 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan in de Uber-zaak, die grote gevolgen heeft voor de beoordeling van de inzet van zzp'ers. Uit deze uitspraak volgt dat het ondernemerschap van zzp'ers een volwaardig, maar niet doorslaggevend gezichtspunt is bij de beoordeling van hun arbeidsrelatie. De kern van de uitspraak De Hoge Raad heeft in de Deliveroo-uitspraak (2023) al geoordeeld dat er bij het bepalen of sprake is van een arbeidsovereenkomst rekening gehouden moet worden met meerdere gezichtspunten. Eén van die gezichtspunten betreft de wijze waarop de werkende zich in het economisch verkeer gedraagt. Mede op grond van concept wetgeving ontstonden vragen bij de wijze waarop dit gezichtspunt betrokken moet worden bij de beoordeling van arbeidsrelaties. Uit de uitspraak volgt dat er geen vaste rangorde bestaat tussen de verschillende criteria die worden meegewogen. Dit betekent dat ondernemerschap een volwaardige rol speelt, maar niet per definitie doorslaggevend is. Uber-chauffeurs die zich in het economisch verkeer als ondernemer gedragen – bijvoorbeeld door zelfstandig acquisitie te doen, meerdere opdrachtgevers te hebben, of eigen tarieven te bepalen – kunnen als zelfstandigen (zzp'ers) worden beschouwd, zelfs als zij structureel werk verrichten voor een platform zoals Uber. Tegelijkertijd kan een chauffeur die werk doet maar geen ondernemerschap toont, als werknemer worden aangemerkt. Belangrijke criteria Bij de beoordeling van zzp'ers moeten verschillende criteria worden meegewogen, zoals: Eigen investeringen in bedrijfsmiddelen: Heeft de zzp'er geïnvesteerd in eigen bedrijfsmiddelen? Meerdere opdrachtgevers: Werkt de zzp'er voor meerdere opdrachtgevers? Commerciële activiteiten: Voert de zzp'er commerciële activiteiten uit, zoals het hebben van een eigen website of inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Handhaving door de Belastingdienst Met ingang van dit jaar handhaaft de Belastingdienst strenger op schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat opdrachtgevers alert moeten zijn op de criteria die de Belastingdienst hanteert bij de beoordeling van zzp'ers. Het risico bestaat anders dat de contracten van zzp'ers bij controle alsnog als arbeidsovereenkomst worden aangemerkt, met naheffingen en boetes als gevolg. Praktische stappen voor opdrachtgevers Om te voldoen aan de wet- en regelgeving en risico's te beperken, kunnen opdrachtgevers de volgende stappen ondernemen: Contracten herzien: Neem de contracten van zzp'ers kritisch onder de loep en zorg ervoor dat zij voldoen aan de criteria voor ondernemerschap. Feitelijke praktijk: Zorg ervoor dat de uitvoering in de praktijk strookt met de afspraken in de overeenkomst. Bij de beoordeling van arbeidsverhoudingen is de feitelijke praktijk doorslaggevend. Advies inwinnen: Raadpleeg juridische experts om te zorgen dat de inzet van zzp'ers voldoet aan de nieuwste jurisprudentie en regelgeving. Conclusie De uitspraak van de Hoge Raad in de Uber-zaak benadrukt het belang van een holistische beoordeling van de arbeidsrelatie van zzp'ers. Ondernemerschap is een volwaardig gezichtspunt, maar niet doorslaggevend. Opdrachtgevers moeten alert zijn op de criteria die de Belastingdienst hanteert en, indien van toepassing, hun contracten zorgvuldig herzien om risico's te beperken. Als je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen hebt, kun je contact opnemen met je contactpersoon bij Florys. Je kunt ook bellen met ons algemene nummer 0184-208208 of een e-mail sturen naar info@florys.nl .
Share by: